WAT: samen-leesmoment
VOOR WIE: Je wilde altijd al Latijn leren maar het is er nooit van gekomen, of je hebt het vroeger geleerd en wil dat graag wat opfrissen.
Lachen als wapen, als verrassingseffect of gewoon als uitlaatklep. Al eeuwen wordt er serieus nagedacht over humor – ook bij de Romeinen. Wat vonden ze in de Oudheid grappig? Wat was toen maatschappelijk acceptabel? Met de historisch-culturele context in het achterhoofd duiken we in de universele kracht van humor. Niet om nieuwe theorieën te bedenken, maar simpelweg uit liefde voor vermaak. In de authentieke taal.
We laten ons leiden door de geestigste Romeinse meesters. Plautus bewijst met bewerkingen zoals ‘De Vrek’ dat zijn komedies nog altijd werken. Juvenalis, de cynische satiricus, was een meester in overdrijving, vooral als het ging om vrouwen en vreemdelingen. Fabeldichter Phaedrus volgde het voorbeeld van de Griek Aesopus en liet dieren spreken – zijn lessen reiken via Jean de la Fontaine zelfs tot in ‘De Fabeltjeskrant’. En dan zijn er nog de keizerlijke grappen en grollen. In de Julisch-Claudische dynastie was de ene poets al dodelijker dan de andere. Al leek dat bij Augustus toch nog mee te vallen.
Lachen is gezond, en in deze tijden kunnen we daar best wat meer van gebruiken. Ontdek hoe verrassend grappig Latijn kan zijn!