Louis Minard
Op 27 juni 1847 opende de Gentse architect en vrijmetselaar François Louis Minard (1801-1875) de deuren van de Minardschouwburg. De toneelvereniging Broedermin en Taelijver had hem over- tuigd om deze eerste schouwburg voor Nederlandstalig toneel in Vlaanderen te bouwen. Minard ontwierp en financierde het gebouw volledig zelf.
De schouwburg opende met Brigitta of de twee vonde lingen, een zangspel van Hippoliet van Peene. Tegelijk richtten de Gentse toneel- verenigingen Broedermin en Taelijver en De Fonteine – waarvan Minard zelf lid was – het Gentsch Toneelverbond op. Ze mochten om de veertien dagen het theater gebruiken, naast andere, vaak Franse gezelschappen – die voor zakenman Minard financieel een stuk interessanter waren. Er werden in de schouwburg voornamelijk operettes opgevoerd.
In 1871 werd het Nederlands Toneel opgericht, het eerste Gentse beroepsgezelschap. Het mocht de Minard gratis gebruiken en speelde er tot het in 1898 een eigen theater kreeg.
Vanaf dan werden er naast operettes ook persiflages van bekende opera’s en revues opgevoerd. Typisch aan de revue zijn de zinspelingen op de actualiteit, het Gentse dialect en de liedjes.
Acteur en revueschrijver Henri Van daele (1877-1957) werkte in die traditie. In 1925 richtte hij een eigen toneelgroep op, die het vaste huisgezelschap werd van de Minard. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vluchtte Van Daele het land uit en twee van zijn acteurs, Leo Wageneire en Henri Bruyneel, namen tijdelijk het roer over.