Romain Deconinck
Na de Tweede Wereldoorlog werd het gezelschap van Romain Deconinck (1915-1994) het nieuwe huisgezelschap van de Minard. Deconinck had zijn eerste stappen in de toneelwereld gezet door met Hélène Maréchal sketches op te voeren in bioscopen. Op vraag van impresario Dickson had hij in 1941 zijn eerste revue Past op de velodieven geschreven voor de Minardschouwburg.
Na de oorlog werd hij beroepsacteur en richtte hij zijn eigen toneelgroep op, Gezelschap Romain Deconinck, beter gekend als ‘Deconincks beren’. Daarmee zette Deconinck de traditie van de revue voort – ballet, muziek en vooral het showaspect met oogverblindende kostuums domineerden de voor- stellingen. Toen de revue minder volk lokte, veranderde het repertoire van Deconincks beren naar ‘echte’ stukken met rake humor. Later brachten ze meer geëngageerde voorstellingen. Die kregen wel altijd een happy end, want volgens Romain was er in het leven altijd hoop op iets beters.
In de evolutie van revue naar volkstheater hield Romain voor ogen dat het theater er was voor en door de mensen. Zijn gezelschap bracht volkse stukken, steevast in het dialect. Ondanks de kritiek dat het volkstheater minderwaardig was, bleef hij volharden in dat genre. Het had volgens hem immers een educatieve en sociale functie. Tijdens de Gentse Feesten van 1990 voerde Romain zijn allerlaatste stuk op in een tijdelijk heropende Minard, die toen al twee jaar gesloten was uit veiligheidsoverwegingen. Toen hij in 1994 overleed, verloor Gent een van zijn bekendste inwoners.